De utopie van het vrijemarktdenken

Onlangs heb ik het boek ‘De utopie van de vrije markt’ van Hans Achterhuis verslonden. Deze auteur ontmaskert de ideologie van het neoliberalisme met al haar verleidelijke én verwoestende kanten en zet het af tegen de huidige tijdsgeest waarin het individualisme en het vrijemarktdenken hoogtij vieren.

Het eerste gedeelte van het boek wordt breeduit stilgestaan bij de roman Atlas Shrugged van Ayn Rand. Ik vermoed dat bij velen niet direct een belletje gaat rinkelen, maar haar utopieën die in dit boek beschreven staan, vormen de basis voor het neoliberale denken en hebben diepe sporen nagelaten bij diverse prominente personen op het wereldtoneel.

Eén van die personen is Alan Greenspan. Dit is de persoon die tot 2006 aan het roer stond van de Amerikaanse Federal Reserve Bank en de lakens uitdeelde toen het ging over het monetaire beleid wat uiteindelijk tot een wereldwijde kredietcrisis in 2008 uitmondde.

In het boek van Rand – en in het verdere neoliberale denken – worden alle patstellingen opgelost door ‘de markt’: vraag en aanbod komen uiteindelijk bij elkaar en lossen zo elke situatie op. Interventie vanuit de Staat is uit den boze, want dit staat de vrije markt alleen maar in de weg. Hebzucht, eigenbelang, individualisme en kapitalisme zijn kernbegrippen als het gaat over neoliberaal denken.

Dit verklaart ook dat er in Atlas Shrugged drie woorden taboe zijn: behoefte, hulp en gemeenschappelijkheid. Het is ieder voor zich. Illustratief is dat letterlijk elke handeling met een financiële transactie ‘opgelost’ wordt. Even een half uurtje op de kinderen van de buren passen? Betalen. Als mantelzorger het huis van je hoogbejaarde oma stofzuigen? Betalen. Je snapt wel dat er voor gemeenschapszin geen enkele ruimte meer is.

Ayn Rand en haar roman Atlas Shrugged geldt als ideologische inspirator van het huidige neoliberale marktdenken dat eind jaren ‘80 sinds haar intrede heeft gedaan. Door de opkomst van Ronald Reagan als president van de Verenigde Staten en Margaret Thatcher als premier van het Verenigd Koninkrijk begon deze economische stroming als leidende, politieke economische ideologie te fungeren.

Kortom, het neoliberalisme wil de staat ondergeschikt aan de verondersteld vrije markt maken. Alle neoliberale factoren zijn daarin aanwezig: nadruk op productiviteit, evaluatie, competitie en kostenreductie.

Daarmee was het neoliberale hek was van de dam. De neoliberale wind die begon te waaien, ging gepaard met belastingverlaging, inflatiebestrijding en vermindering van de overheidsuitgaven. Inmiddels zijn we een aantal decennia verder en kunnen we voorzichtig de balans opmaken: gemiddeld gezien hebben we mondiaal een flinke economische groei meegemaakt, maar het profijt is met name bij een elitegroepje terechtgekomen. Ter illustratie: in 2019 kwam naar buiten dat de rijkste 26 personen evenveel bezitten als de armste 50% van deze aarde.

Ja, in totaliteit hebben we ontzettend geprofiteerd van de ‘economische vooruitgang’, maar er is flinke scheefgroei ontstaan. Het is alsof we ieder jaar een iets grotere monchoutaart maken, maar dat er steeds een kleiner stukje door Jan Modaal (en alles wat daaronder zit) wordt opgegeten. Daarmee wil ik niet zeggen dat alles kommer en kwel is, want er zijn, met name in Nederland, ook nog heel veel dingen waar we dankbaar voor mogen zijn.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *