Als een vogel uit de boom geschoten

Op de fiets naar Kampen

Vijf jaar lang trok ik er bijna iedere schooldag op uit om naar de middelbare school in Kampen te gaan. Op de fiets, vanuit Hasselt. Door weer en wind. Een (soms barre) tocht van een kleine twintig kilometer heen, twintig kilometer terug. Je kunt het je haast niet meer voorstellen, maar toentertijd nog zonder trapondersteuning. Vier weteringen dwars door de Mastenbroekerpolder werden afgelegd om vervolgens de grote brug van deze Hanzestad te trotseren. Via het steile modderpad vlak achter de brug werd een dikke 500 meter afgesneden om uiteindelijk op de plaats van bestemming aan te komen. Weer of geen weer, de fiets was een trouwe bondgenoot. Althans, bij zeer ongunstige weersomstandigheden bood het openbaar vervoer uitkomst, zo eerlijk moet ik ook zijn. 

De naam van de school? Pieter Zandt. Een begrip in de omgeving, zij het vanwege het behoudende, christelijke karakter van de school. Maar wie de man achter deze schoolnaam was? Dag in dag uit maakten we weer de reis naar deze school (waar ik overigens goede herinneringen aan koester), zonder op dat moment eigenlijk goed te weten wie hij was en wat hij heeft betekend. Nu jaren later heb ik het idee dat menig persoon uit onze fietsgroep dezelfde opvatting was toegedaan. Het doet bij mij de vraag oprijzen hoeveel leerlingen van de huidige leerjaren op de Pieter Zandt enig idee hebben wie de persoon Pieter Zandt was en waar hij zich in het leven mee bezigde. Zelfs op de corporate website van de school lees ik er niet al teveel over, aangezien er maar luttele woorden aan gewijd worden. Aangezien dit in mijn ogen wel de moeite waard is, tracht ik er daarom enkele zinnen aan te wijden om op deze wijze zijn leven en werk op een beknopte wijze te kenschetsen.

Jaren geleden begon het leven en werk van wijlen Pieter Zandt voor mij meer tot de verbeelding te spreken. Dat het een dominee was, wist ik. Welke richting, was mij onbekend. Geruime tijd later kwam ik tot de ontdekking dat hij ook jarenlang Tweede Kamerlid voor de SGP is geweest. En dat niet alleen, aangezien hij ook in lengte van jaren  zetelde in de Delftse gemeenteraad en de Provinciale Staten van Zuid-Holland. Je kunt je voorstellen dat hij in die hoedanigheid het nodige heeft meegemaakt, zodat er ook voldoende over valt te vertellen. Dermate veel dat er ook een boekje over hem is uitgegeven. Enige tijd geleden las ik dit boekje, met de aansprekende titel ‘Als een vogel uit de lucht geschoten’.  

Leven en werk van Pieter Zandt

Wie was hij precies? Pieter Zandt werd op 6 maart 1880 in het Groningse Stedum geboren en overleed op 4 maart 1961. Bij het opgroeien bleek dat hij een helder verstand bezat en meer ambitie voor de studie had dan om een rol te spelen in het boerenbedrijf, wat in zijn omgeving gemeengoed was. Hij volgde het gymnasium in Kampen en moest daar, vanwege de grote afstand en de beperkte reismogelijkheden, op een internaat in deze stad aan de IJssel vertoeven. Na afronding van het gymnasium ging hij theologie studeren en werd achtereenvolgens predikant in Kamperveen, Loon op Zand, IJsselmuiden-Grafhorst, Ede en Delft. Zijn laatste predikantsjaren in Delft bleken een opmaat om zijn roeping in de plaatselijke, provinciale én landelijke politiek te volgen. Zijn Groninger dialect leerde hij af, maar diezelfde tongval bleef zijn gehele leven zijn afkomst uit het Noorden verraden. 

Wat was zijn ligging binnen de moederkerk? Het eerder genoemde boekje schetst: “Ds. Zandt behoorde tot de richting in de Nederlandse Hervormde Kerk die zich nauw verwant voelde met de Nadere Reformatie en het gereformeerd piëtisme. De voor deze beweging zo typerende kenmerkenprediking, waarbij de hoorders zich konden toetsen aan de kenmerken van wedergeboorte, werd bij ds. Zandt teruggevonden. De wedergeboorte des harten en de bekering tot God stonden daarbij steeds centraal. Steevast stond dit element centraal nadat de tussenzang ergens halverwege de prediking had plaatsgevonden”. Discussies over deze onderwerpen ging hij niet uit de weg. Zandt schuwde het niet om te zeggen waar hij vond waar het op stond, ook niet als collega-predikers een andere ligging hadden of een andere mening waren toegedaan. Mogelijk droeg deze eigenschap bij aan de latere overstap naar de politieke arena.

Van het kerkelijk erf naar de politieke arena

Zoals al even aangestipt, was Delft de laatste standplaats voor dominee Zandt. Van daaruit maakte hij de overstap van het kerkelijke erf naar het politieke landschap, hoewel hij vervolgens als emeritus predikant nog geregeld voorging in de dienst der verzoening. Vanaf 1923 begon zijn politieke betrokkenheid door eerst lid van het hoofdbestuur van de SGP te worden (tot 1940) en vanaf 1925 lid te worden van de Tweede Kamer. Dit bleef hij tot 1961(!). Bijna gelijktijdig was hij ook nog onderdeel van de gemeenteraad van Delft. Van 1927 tot 1941 en van 1945 tot 1961 bracht hij een onderscheidend SGP-geluid in de lokale politiek in de stad die bekend staat om haar karakteristieke, blauwe aardewerk. Tegelijkertijd heeft hij tussen 1931 en 1941 ook nog zitting genomen in de Provinciale Staten van Zuid-Holland.  

Pieter Zandt, altijd gekleed in een zwart pak met grijze streepjesbroek, was in het politieke sterk antipapistisch en probeerde alles wat een Roomse nestgeur had de kop in te drukken. Illustratief hiervoor was een moment in oktober 1953 waarbij hij pleitbezorger was voor de intrekking van het bankbiljet van vijfentwintig gulden, omdat daar de figuur van Martinus van Tours – beter bekend als Sint-Maarten – met het hoofd omgeven door een stralenkrans op stond. Zandt zag in dit bankbiljet namelijk een bewijs voor de toenemende verroomsing van ons land. 

Zijn levenseinde

Op 4 maart 1961 overleed Zandt in Delft, twee dagen voor zijn 81e verjaardag. Ondanks het gegeven dat Zandt weinig ophad met het Roomse en de confrontatie met enige regelmaat opzocht, had KVP-coryfee Carl Romme, van katholieke signatuur, waarderende woorden voor zijn politieke tegenstreber: “Ofschoon wij scherpe tegenstanders waren, toonde hij altijd een grote natuurlijke mildheid. Zijn dood is een verarming van ons politiek leven”. Dagblad Trouw typeerde hem als een moderne Ezechieël, die bezorgd was om de ziel van het volk: “Aan zijn oprechtheid en vroomheid bestaat geen enkele twijfel”.  

Op 9 maart was de teraardebestelling in IJsselmuiden. Op deze dag van zijn begrafenis vergaderde de Tweede Kamer niet. Een unicum, want dat was tot op dat moment nog nooit eerder voorgekomen. Dat was niet voor niets, aangezien een deel van van de leden van de Staten-Generaal, net zoals vertegenwoordigers van het gemeentebestuur van Delft, diverse predikanten en de burgermeester van Kampen, bij de begrafenis aanwezig waren. Mensen van heinde en verre kwamen – ondanks de hevige mist die het verkeer belemmerde – naar IJsselmuiden om de rouwdienst en begrafenis bij te wonen. De verzameling mensen konden niet in één kerk geherbergd worden, zodat met luidsprekers in twee andere kerken de dienst gevolgd kon worden. De belangstelling in de kerk was groots, maar op de begraafplaats was de schare nog talrijker.

De bijeen vergaderde menigte besloot de plechtigheid met het zingen van het derde vers van Psalm 84: “Welzalig hij die al zijn kracht en hulp alleen van U verwacht”.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *