Politieke loopbaan
Het is nog niet zolang geleden dat Hans Wiegel het tijdelijke voor het eeuwige heeft verwisseld. Rondom zijn heengaan is er veel over hem als persoon en over zijn politieke loopbaan geschreven. Een bescheiden greep uit zijn politieke wederwaardigheden heb ik al eens kort uitgelicht en heb bij het schrijven van dit artikeltje niet de intentie om dit dunnetjes over te doen. Graag licht ik de naar hem vernoemde ‘Nacht’ eruit, maar enige inleidende woorden over de persoon en het politieke leven van Wiegel zijn wel op zijn plaats.
Wiegel, in uiterlijke vormen een protegé van ‘rechtse provo’ Harm van Riel, imiteerde deze VVD-grootheid van het eerste uur door zijn grote sigaren, het onderuitgezakt zitten en de driedelige pakken met horlogeketting. Deze Amsterdamse middenstanderszoon vond zijn eerste vrouw in de ‘Provincie’; Hoogeveen om precies te zijn. Hij vond al vrij snel tijdens zijn politieke loopbaan – naast een uitvalsbasis in de buurt van de Haagse burelen – een extra onderkomen in het Friese Ee waar mening politiek bedenksel werd gemunt. Ook het liberaal getinte pamflet met de titel een partijtje libre – wat uiteindelijk zijn standaardwerk zou blijken – verscheen in het begin van zijn Kamerlidmaatschap van zijn hand.
Scherpslijper
Wiegel maakte naam vanwege zijn vlijmscherpe, polariserende debatvaardigheden en werd volgens het boekje over de hoofdpersoon in kwestie van Jan Hoedeman gezien als de grondlegger van de ‘televisiedemocratie’. Met name PvdA-voorman Joop den Uyl moest het in de debatten ontgelden. Met felle redevoeringen bestreed hij het Kabinet-Den Uyl (1973-1977). Niet onnodig om te vermelden is dat ‘Ome Joop’ zelf ook niet wars was van vurige retoriek, wat geregeld tot smaakvolle debatten leidde.
Een iconische foto van Wiegel met CDA-voorman Dries van Agt bij restaurant Le Bistroquet doet eveneens terugdenken aan een officieus startschot die daarmee de eerste hand legde voor het eerste Kabinet-Van Agt (1977-1981). Die avond zou later bekend worden als de grondlegging van de tamelijk verrassende en eveneens snel beklonken coalitievorming tussen VVD en het CDA. Het leidde tot het eerste Kabinet-Van Agt met Wiegel als vicepremier en Minister van Binnenlandse Zaken. Voor de PvdA waren de druiven zuur. De hoog van de toren blazende sociaaldemocraten met Den Uyl als onbetwiste voorman werden met een overweldigend aantal van 53 zetels (een winst van 10 zetels t.o.v. de voorgaande verkiezingen!) buitenspel gezet. Gezamenlijke aversie tegen het ‘rode blok’ maakte dat Wiegel en Van Agt in elkaars armen gedrukt werden en binnen een mum van tijd een nipte meerderheidscoalitie tussen VVD en CDA tot stand brachten.
Samenwerking met het CDA
Over die snelle formatieronde, met CDA’er Wim van der Grinten als formateur, kon de jurist en ‘paradijsvogel’ Van Agt prachtig memoreren: “Van der Grinten had het moeilijker kunnen treffen. Hij duwde geen kruiwagen met kikkers, zoals de informateurs die hem voorafgingen, maar was als een voorman van twee willige paarden in een span. In enkele weken kwamen wij tot een regeerakkoord. Geen lange en slopende sessies, maar enkele uren per dag gericht zakendoen. Na de uitputtende rit bergop in de eerste formatiefase was dit eigenlijk een verkwikkende wandeletappe.”
Afijn, over het politieke en persoonlijke leven van Wiegel als onderdeel van de parlementaire geschiedenis valt nog véél meer te zeggen en te schrijven. Met de zomerperiode in aantocht kan ik de door Pieter Sijpersma geschreven biografie warm aanbevelen. Lees dat boek. Het is een genot om te lezen.
De legendarische ‘Nacht’ van Wiegel
Goed, waar niet direct aan teruggedacht wordt, is een ander roemrucht moment in Wiegels politieke loopbaan: de zogeheten ‘Nacht van Wiegel’. Tot besluit licht ik dit memorabele moment er graag nog even uit. Wiegel heeft als laatste vóór de eeuwwisseling een politieke ‘Nacht’ op zijn naam gekregen. Om specifiek te zijn: het was de nacht van 18 op 19 mei 1999, rond 01.30. Na een debat van zestien uur sneuvelde, in het zicht van de haven, het wetsvoorstel van een correctief referendum. In de herfstdagen van zijn politieke loopbaan zorgde hij er eigenhandig voor dat dit wetsvoorstel werd verworpen.
Op de bewuste nacht kwam het, na enkele schorsingen tijdens dit marathondebat, aan op de finale stemming. Het wetsvoorstel kreeg uiteindelijk steun van 49 van de 75 leden van de Eerste Kamer. Dit was er één te weinig om de vereiste steun van een tweederde meerderheid te benutten voor het aannemen van dit voorstel. Die nacht voltrok zich een spectaculair schouwspel die, volgens het Montesquieu-instituut, “intact bleef tot de verrassende ontknoping: het ‘tegen’ van de VVD-coryfee Hans Wiegel”.
Het D66-paradepaardje moet eindelijk sneven
Het was uiteindelijk Wiegels beslissende stem die dit D66-paradepaardje eigenhandig deed sneven. Dit onder toeziend oog van de toenmalig PvdA-premier Wim Kok die speciaal naar de Eerste Kamer was gekomen. De audiëntie van de voormalig vakbondsbestuurder was erop gericht om nog iets extra gewicht in de schaal te leggen met het ultieme doel om het voorstel uiteindelijk door de Eerste Kamer te loodsen. Dit charmeoffensief lukte ten dele, maar er werd buiten Wiegel om gerekend. Kok en (D66-)consorten dropen af en een kabinetscrisis volgde.