EINDEJAARSSPECIAL: BOEKEN TOP VIJF

Ja, een heuse decemberspecial! Een zeldzaam onbeduidend iets, zo’n decemberspecial, maar als je in de decembermaand komt, lijk je er anno 2022 haast niet meer aan te ontkomen. In die hoedanigheid doe ik ook een duit in het zakje.

De decembermaand staat, naast de gebruikelijke borrels, speeches, eindejaarspakketten, veelal bol van terugblikken, cijfertjes, lijstjes, noem maar op. Bij mij kwam op een reguliere woensdagmiddag het spontane idee op om een boek of vijf uit te lichten die ik dit jaar gelezen heb en mij het meest zijn bijgebleven. Deze zet ik graag op een rijtje.

Qua gelezen literatuur was het weer een inspirerend en veelzijdig jaar. Op verschillende gebieden heb ik het nodige tot mij genomen: van theologische tot politiek-economische boeken; van zelfhulpboeken tot boeken op gebied van duurzaamheid en de energietransitie; van uitwerkingen op gebied van het klassieke, liberale gedachtegoed tot het conservatisme; van Abraham Kuyper tot Femke Halsema; van John Bunyan tot Geert Mak: het is dit jaar allemaal de revue gepasseerd.

Toegegeven, het ene past meer in m’n straatje dan het andere, maar desondanks was het inspirerend om een breed speelveld aan boeken te bestuderen. Het was moeilijk om mij tot een top vijf te beperken, maar hierbij de vijf boeken die mij het afgelopen jaar het meest zijn bijgebleven:

Waarom veranderen meestal niet lukt

Met genoegen start ik graag met het boek Waarom veranderen meestal niet lukt van Martin Appelo. Deze man heeft een vlijmscherpe pen. In een eerder artikel heb ik al eens breeduit stilgestaan bij een aantal beweringen uit het boek. Deze zal ik niet letterlijk herhalen, maar dit heldere, doch vrij radicale boek heeft mijn gedachtes omtrent gedragsverandering absoluut aangescherpt. Deze man geeft je middels zijn boekje een ferme schop onder de kont als het gaat om goedbedoelde intenties die doorlopend in de soep lopen. In zijn zelf gefabriceerde model legt hij uit hoe gedragsverandering een kans van slagen heeft:

Duurzaam veranderen is een functie van innerlijke drang, discipline en interne attributie. Gedragsverandering lukt alleen wanneer je op alle drie de factoren boven de 0 scoort. Ervaar je geen drang, heb je geen discipline, of schrijf je de oorzaak van mislukking aan anderen toe, dan kun je het wel schudden. Het heeft dan geen zin om met verandering aan het werk te gaan.

De mythe van de arbeidsmarkt

De volgende. Afgelopen week heb ik net de laatste woorden uit het boek De mythe van de arbeidsmarkt van Paul de Beer gelezen. Deze hoogleraar ontkracht klassieke economische modellen – die in de meeste leerboeken worden beschreven – op het gebied van de arbeidseconomie.

Maatschappelijke problemen als hardnekkige werkloosheid, kansenongelijkheid en grote beloningsverschillen worden doorgaans toegeschreven aan een niet goed functionerende arbeidsmarkt. Volgens de leerboeken komen vraag en aanbod (van arbeid) bij elkaar op de markt, waarbij met interactie van het prijsmechanisme een evenwichtsloon tot stand komt.

Volgens het boek hebben het versterken van financiële prikkels, het versoepelen van ontslagbescherming of het vergroten van de mobiliteit van werkenden een averechts effect. Om meer mensen kans te bieden op volwaardig werk, moeten we afstand nemen van het klassieke idee van de arbeidsmarkt en duurzame relaties centraal stellen.

De zeven levens van Abraham Kuyper

Een andere spraakmaker was een boek over Abraham Kuyper, geschreven door Johan Snel. Een boek over zijn leven, de tijdsgeest waarin hij leefde en de opvattingen die hij botvierde. Kuyper zat niet op z’n handen. Zelf dichtte hij zichzelf zeven rollen toe. Kuyper typeert zichzelf als alpinist en reiziger, spreker, wetenschapper, activist, schrijver en minister.

 Het boek beschrijft: “Zijn tien hoofden had hij hard nodig, zijn honderd armen nog meer. Elke dag werkte hij in verschillende functies, als journalist, hoogleraar letterkunde, politicus en theoloog bijvoorbeeld. De meeste rollen uit zijn zelfportret speelde hij door elkaar. Polemieken en debatten voerde hij gelijktijdig, vooral op papier, vergelijkbaar met simultaan schaken. In vaak dezelfde acte verzette Kuyper zijn stukken tegenover tegenstanders van allerlei pluimage, van politici en journalisten tot Franse kerkleiders”. Kuyper was overal. Kuyper vervulde binnen praktisch elke kring een aantal functies; ‘onvermijdelijk gevolg van zijn streven de hele maatschappij voor Christus te winnen’, om zijn eigen jargon aan te halen.

Het is boeiend om te lezen dat bij Kuyper alles draaide om beginselen. Om beginselen ging het, om beginselen draaide de wereld. Had je het juiste beginsel te pakken, dan was de rest een kwestie van doordenking en uitwerking. Omgekeerd konden foute beginselen niet anders dan kwalijke gevolgen hebben.

Saillant detail is dat Kuyper het woord ‘calvinsime’ muntte. Calvinisme was zijn vondst. Sterker nog, zonder hem had geen Nederlander het woord ooit gehoord, laat staan gemeend in een calvinistisch land te leven. Calvinisme is namelijk politiek voor Kuyper, niet religieus, al speelt de kerkelijke traditie natuurlijk mee. De fundamentele calvinistische beginselen vormden immers zijn politieke programma.

Nooit meer druk

Even omschakelen, want nu komen we bij Nooit meer druk van Tony Crabbé. We kunnen er anno 2022 niet omheen: druk zijn is de nieuwe status-quo. Druk zijn is koel. Anders hoor je er niet bij. Je zou maar benoemen dat je niét druk bent wanneer je gevraagd wordt hoe het met je gaat. Je wordt glazig aangekeken door je gesprekspartner die zich gelijktijdig afvraagt of het wel goed met je gaat. Druk zijn is net als het roken in vroegere tijden: voedingswaarde heeft het niet, maar je hoort er wel bij.

Crabbé verwoordt drukzijn als volgt: “Drukte is het jachtige, altijd gespannen bezig zijn met meerdere dingen tegelijk waardoor we ons laten voortdrijven en overbelast raken. Met drukte bedoel ik het altijd ‘aan’ staan, het voortdurend op je telefoon kijken en het van bezigheid naar bezigheid hollen. Drukte is te veel ballen tegelijk in de lucht houden, is een overvolle agenda, is het dagelijkse gejaag. Het is dwang, concentratieverlies en uitputting”, aldus Crabbé.

Het boek biedt een tegengif voor dit fenomeen en behandelt verder onderwerpen als aandacht- en tijdmanagement, uit de hand gelopen productiviteit, omgaan met afleidingen en schetst boeiende alternatieven. Hij ziet oplossingen in creativiteit en experimenten: “Speel met imperfectie. Laat een deel van je e-mails ongelezen, ruim je bureau niet op, verscheur je to-dolijst, laat je smartphone thuis en je laptop op je werk. Probeer het maar eens”.

Elementaire gewoontes

De laatste! Graag sluit ik af met Elementaire gewoontes van James Clear. Eerder had ik al eens de Engelstalige versie, Atomic habits, gelezen. Nu opnieuw om het geheugen weer wat op te frissen. En ja, wat een kraker is dit.

Aan het begin zet Clear direct de toon: “Succes is het resultaat van dagelijkse gewoontes, en niet van eenmalige transformaties.” Daarmee bedoelt Clear dat Je resultaten een verlate maatstaf van je gewoontes zijn. Hij stelt: je nettowaarde is een verlate maatstaf van je financiële gewoontes. Je gewicht is een verlate maatstaf van je eetgewoontes. Je kennis is een verlate maatstaf van je leergewoontes. Je rommel is een verlate maatstaf van je opruimgewoontes. Kortom: je krijgt wat je herhaalt. Het is maar een tipje van de sluier, maar mogelijk heb je – nu het nieuwe jaar aanstaande is – de goede voornemens voor 2023 al op papier gezet. Lees dan eerst dit boek en ga dan aan de slag.

Nou, dat was hem dan. Zoals al in de inleiding benoemd was het nog een hele klus om tot een top vijf te komen. Er valt nog veel meer over te zeggen en te schrijven, maar een warme aanbeveling om deze boeken tot je te nemen. Hoop dat je er je voordeel mee kunt doen.

Veel leesplezier!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *