Grenzen aan groei

Het is inmiddels exact vijftig jaar geleden dat het roemruchte rapport De grenzen aan groei van de club van Rome verscheen. De centrale boodschap? De mensheid put de aarde uit en overschrijdt de planetaire grenzen. Dit rapport zorgde wereldwijd voor de nodige commotie en had een krachtige impact op het milieubewustzijn. Nu exact vijftig jaar na dato is het boekwerk nog even scherp en actueel als ooit tevoren. Dat vraagt om een nadere beschouwing.

Het oorspronkelijke rapport met de naam Limits to growth doet bij publicatie in 1972 – het rapport was in augustus 1971 al uitgelekt – het nodige stof opwaaien. Binnen de kortste keren vliegen miljoenen exemplaren voor een rijksdaalder over de toonbank. Een belangrijke waarschuwing uit het boekwerk is: oneindige groei op een eindige planeet is onmogelijk. Die boodschap sloeg in als een bom. Al snel is het onderwerp van gesprek in de woonkamer, bestuurskamer en de landelijke politiek.

In het betreffende rapport werd gesteld dat, als de westerse maatschappij in hetzelfde tempo blijft consumeren, de rek er binnen honderd jaar uit zou zijn. Met name de bevolkingsgroei en industriële productie zouden fikse klappen krijgen, terwijl de uitputting van grondstoffen al binnen vijftig jaar voor problemen zouden gaan zorgen. Waar de auteurs op wezen en naderhand op blijven wijzen, is dat de exponentiële groei van de wereldbevolking en materiële consumptie op den duur onhoudbaar voor de aarde is.

De boodschap van De grenzen aan groei is er niet minder actueel op geworden. Zo wordt er in het boekwerk geschetst: “De mensheid kan niet blijven doorgaan zich met toenemende snelheid te vermenigvuldigen en materiële vooruitgang als hoofddoel te beschouwen, zonder daarbij in moeilijkheden te komen. (…) Dat betekent dat we de keuze hebben tussen nieuwe doelstellingen zoeken teneinde onze toekomst in eigen handen te nemen, of ons onderwerpen aan de onvermijdelijk wredere gevolgen van ongecontroleerde groei”. Over die gevolgen is al voldoende gezegd en geschreven, maar ongecontroleerde groei leidt voor het ondermaanse tot overshoot (doorschieten) en uiteindelijke tot collapse (instorten).

Op het moment van schrijven was onze ecologische voetafdruk al groter dan de draagkracht van onze planeet. En dat is in de jaren daarop niet anders geworden. Integendeel. In de afgelopen decennia groeide onze materiële voetafdruk – de totale hoeveelheid grondstoffen die nodig is om aan de wereldconsumptie te voldoen – des te meer: tussen 2000 en 2017 met meer dan 70 procent. Ondertussen vindt Earth Overshoot Day – het moment dat onze planeet door haar jaarlijkse, natuurlijke voorraad grondstoffen heen is en we dus op onze reserves teren – ieder jaar iets eerder in het kalenderjaar plaats.

Jaap Tielbeke onderkent in het boek We waren gewaarschuwd de gevolgen van ongebreidelde groei, adresseert het onderliggende probleem en ziet een dieperliggende oorzaak: “De ontwrichting van het klimaat is, hoe ernstig ook, een symptoom, net zoals de teloorgang van de biodiversiteit, de stikstofcrisis en de pandemie symptomen zijn. In een poging deze kwalen te bestrijden willen we de CO2-uistoot terugdringen, de natuur beschermen, de landbouw hervormen en vaccins ontwikkelen, maar niemand adresseert de onderliggende oorzaak: de exponentiële groei van onze materiële consumptie”.

De stellingname van Tielbeke is duidelijk: onze materiële consumptiedrang is overdadig en overstijgt onze planetaire grenzen. In het boek Less is more. How degrowth will save the world borduurt Jason Hickel hierop voort: “We moeten, zeker in welvarende lanen, op sommige vlakken ‘ontgroeien’. Dat wil zeggen: minder of – mogelijk nog beter: geen – focus op economische groei. Zolang we onze kapitalistische consumptiedrang – en aanverwant onze energieconsumptie – niet temperen, zullen we de uitstoot van broeikasgassen niet snel genoeg kunnen terugdringen; met alle gevolgen van dien. Grondstoffenschaarste is misschien geen onmiddellijke zorg, maar als onze materiële voetafdruk blijft groeien komt de bodem van bepaalde voorraden vroeg of laat in zicht.”

En waarom gebruiken we in de eerste plaats zoveel grondstoffen en energiebronnen? Omdat economische groei de vraag naar energie doet stijgen. Meer bedrijvigheid (lees: economische groei) betekent een groeiende vraag naar energie en andere hulpbronnen om dit te faciliteren.

Het moge inmiddels duidelijk zijn dat een andere zienswijze op groei gevraagd wordt. Tegelijkertijd is het nog een heel karwei om het thema groei in een ander daglicht te plaatsen, omdat het diep ingebakken zit in onze manier van denken. Tevens geldt het als centraal uitgangspunt bij het bepalen van de mate van voorspoed die we ervaren. Is er economische groei – uitgerukt in het bruto binnenlands product – dan zien we dit als vooruitgang.

Stijgt het bruto binnenlands product niet, dan komen de seinen direct op rood te staan. De werking van de vrije markt en de groei van de economie wordt gezien als oplossing voor ieder probleem; ook de problemen die door excessieve groei zijn gecreëerd. Dat is deels te wijten aan de (neo)liberale wind die er de laatste decennia door de wereld en door ons land waaide en nog niet is gaan liggen. Als wij het daverende groei-axioma, dat al ons handelen beheerst, op de helling zetten, dan zetten we daarmee tegelijkertijd de bron op het spel waaruit zoveel welvaart en dierbaar comfort mogelijk werd. En ja, dat is geen gemakkelijke opdracht.

Laten we desondanks voorzichtig gaan kijken naar een ander perspectief op het thema groei. Om daarmee te starten is het goed om dit door ogen van de auteurs Meadows en Randers van het eerder benoemde, roemruchte rapport van De grenzen aan groei te doen. Het begint met een kritische blik en vragen die een aanzet voor verdere doordenking geven.

Zij zetten het groei-axioma in het dertigjarige update van het rapport in een ander daglicht: “Het is onzinnig om groei af te doen als goed of slecht. We moeten vragen: groei van wat? Voor wie? Tegen welke kosten? Betaald door wie? Wat zijn de behoeftes en wat is de beste manier om die te bevredigen? En hoeveel is genoeg?” Want ja, er zijn grenzen aan groei.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *