Onlangs heb ik een eerste deel van het artikel over Misleid door toeval van Nassim Taleb gepubliceerd. Al schrijvende kwam ik erachter dat er dusdanig veel over dit boek te schrijven valt dat ik voldoende munitie heb om er een tweede artikel aan te wijden. Hierbij dus deel twee!
Graag neem ik je in dit artikel mee in Taleb’s zienswijze op wetenschap en de beoefenaars van deze discipline; de wetenschappers. In dat kader benoemt Taleb dat zijn boek twee doelen heeft:
- De wetenschap verdedigen als een lichtstraal in de ruis van het toeval;
- De wetenschapper corrigeren wanneer hij van zijn pad afdwaalt (de meeste calamiteiten komen namelijk voort uit het gegeven dat individuele wetenschappers geen aangeboren besef van standaardfouten hebben of gebrekkige kritische denkers zijn).
Taleb neemt wetenschappers, bij uitstek de personen die zichzelf iets te serieus zijn gaan nemen – vaak vanwege een zelfoverschattend gevoel van expertise – graag op de hak. Wetenschappers, ofwel “experts”, overschatten wat ze weten en onderschatten de kans dat ze verkeerd zitten. Wat dat betreft zijn het net mensen.
Taleb gaat er met gestrekt been in: “Mensen verwarren wetenschap met wetenschappers”, aldus deze weinig genuanceerde wetenschapper. Hij vervolgt: “Wetenschap is prachtig, maar individuele wetenschappers zijn gevaarlijk. Ze zijn menselijk en behept met de biases (een irrationele, foutieve gedachtegang) die mensen hebben. En misschien nog wel in sterkere mate, want ze zijn stijfkoppen”. Het zelfoverschattend gevoel van expertise maakt wetenschappers halsstarrig en vergroten daarmee de mogelijkheid dat ze de verkeerde afslag nemen.
Er zijn weinig mensen waar Taleb daadwerkelijk respect voor heeft, maar Karl Popper, een grote wetenschapsfilosoof uit de 20e eeuw, is één van de lucky few waar Taleb de handen voor dichtknijpt. Het uitgangspunt van Popper is dat wetenschap niet zo serieus genomen moet worden als veelal het geval is. Volgens Popper zijn er slechts twee soorten wetenschappelijke theorieën:
- Theorieën waarvan bekend is dat ze onjuist zijn, omdat ze zijn getest en weerlegd (ofwel in zijn terminologie, gefalsificeerd);
- Theorieën die nog niet onjuist zijn gebleken, nog niet zijn gefalsifieerd, maar mogelijk in de toekomst weerlegd zullen worden.
Hiermee wijst Taleb erop dat het wachten is op het moment dat een theorie die heden ten dage nog niet is weerlegd, op een gegeven moment wél wordt gefalsifieerd. En daarmee wordt de kersverse, weerlegde theorie verenigd met haar voorgangers op het kerkhof van eerder weerlegde theorieën. Zo, dat zet ons, en met name de wetenschap, ook weer met beide voeten op de grond.
Graag sluit ik af van met passage over de breedsprakige Cicero; de persoon waar de vijfdelige boekenserie van Taleb naar vernoemd is. Cicero liet zich namelijk leiden door waarschijnlijkheden in plaats van zekerheden. “Heel handig”, zeiden sommigen, “omdat dit hem de mogelijkheid gaf zichzelf tegen te spreken”. Dit is voor ons, die van Popper kunnen leren dat we voortdurend kritisch op onszelf moeten zijn, reden om des te meer respect voor hem te hebben, aangezien hij niet koppig vasthield aan een mening vanwege het blote feit dat hij die ooit in het verleden had verkondigd.